Ondervoeding komt voor als iemand een tijd lang te weinig voedingsstoffen binnenkrijgt. Dit kan komen doordat iemand te weinig eet of extra energie en voedingsstoffen verbruikt. De redenen van ondervoeding kunnen divers zijn. Er kan minder eetlust ontstaan door stress of rouw. Daarnaast kan ondervoeding voorkomen als iemand ernstig ziek is waardoor het eten minder goed lukt. Het kan ook zijn dat iemand vergeet te eten of het niet fijn vindt om steeds alleen te moeten eten.
Wat de redenen ook zijn, ondervoeding heeft een enorme impact op het lichaam. Door gewichtsverlies gaat er spiermassa verloren en ontstaat daarmee krachtverlies in o.a. je armen en benen. Hiermee kan iemand wankel op de benen worden en sneller vallen. Wanneer er een wond ontstaat, zal deze minder snel genezen. Bij bedlegerige ouderen kunnen er doorligplekken ontstaan die voor veel ongemakken zorgen. De algehele gezondheid gaat achteruit omdat de weerstand afneemt. Bij ondervoeding zit iemand in een neerwaartse spiraal en hoe langer dit duurt, hoe moeilijker het wordt om er uit te komen. De kwaliteit van leven gaat hiermee achteruit. Het is dus belangrijk ondervoeding snel te signaleren en hulp in te schakelen.
Kenmerken van ondervoeding
Bij ondervoeding spelen gewicht en leeftijd een grote rol. In het algemeen wordt de diagnose ondervoeding gesteld bij één van onderstaande kenmerken:
- Het gewicht is de laatste 6 maanden 5% afgenomen
- Het gewicht is in een periode langer dan 6 maanden 10% afgenomen
- Iemand eet langer dan 1 week minder dan de helft van zijn/haar energiebehoefte
- Iemand heeft langer dan 2 weken duidelijk een verminderde voedingsinname
- De BMI is lager dan 18,5 (bij COPD wordt uitgegaan van een BMI lager dan 21)
Dit betekent dat iemand met overgewicht ook ondervoed kan zijn als één van de eerste vier punten van toepassing is.
Bij ouderen tussen de 65 en 70 jaar is er sprake van ondervoeding bij een BMI lager dan 20. Bij ouderen ouder dan 70 jaar ligt de ondergrens bij BMI 22.
Bij kinderen wordt juist naar de groei- en gewichtscurve gekeken. Een afbuigende lijn kan duiden op ondervoeding.
Risico op ondervoeding
Ondervoeding ontstaat met name bij groepen die kwetsbaar zijn en niet altijd even goed in staat zijn om voor zichzelf te zorgen. Denk hierbij aan mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking of ouderen, dan wel zelfstandig wonend ofwel woonachtig in een verzorgingshuis of woongroep. Met name wanneer er problemen ontstaan met het gebit of slikken, is het risico op ondervoeding groot.
Door verschillende aandoeningen, zoals COPD, kanker of na een beroerte, kunnen er problemen ontstaan met eten. Daarnaast heeft iemand met een dergelijke aandoening een verhoogd energieverbruik, omdat het lichaam energie en eiwitten nodig heeft om te herstellen.
Corona-virus
In deze tijd hebben we ook te maken met Corona. Of dit nu in een milde of ernstige vorm doorgemaakt is, voeding speelt een belangrijke rol in het herstel. Helemaal wanneer er ook sprake is van maag-darmproblemen of een tijdelijke overgevoeligheid. Veel mensen die het virus hebben gehad ervaren nog lange tijd weinig energie en herstellen maar moeizaam. Onderschat de kracht van voeding niet, want met de juiste voeding kom je echt sneller weer op de been!
Meten is weten
Om te bepalen of er sprake is van ondervoeding én om te meten hoe het herstel gaat, gebruik ik een aantal meetinstrumenten in mijn praktijk. Ik zal hiermee de volgende metingen doen:
- Gewichtsbepaling: hiervoor maak ik gebruik van een InBody weegschaal
- Lengtebepaling: je meest recente lengte is voldoende of we kunnen je lengte op de praktijk meten
- Body Mass Index (BMI): dit is de verhouding tussen het gewicht en de lengte
- De SNAQ (Short Nutritional Assessment Questionnaire) of voor ouderen SNAQ65+: een korte lijst met 3 meest voorspellende vragen voor ondervoeding
- Bepalen van je lichaamssamenstelling: met de InBody weegschaal meet ik niet alleen je gewicht, maar ook hoe de verdeling van je spier-, vet-, en vochtmassa is. Hiermee kan herstel van het lichaam heel accuraat gemeten worden, waarbij spiermassa een belangrijke pijler is
Mijn rol als diëtist
Door mijn ervaring in het verpleeghuis weet ik hoe divers het probleem rondom ondervoeding kan zijn. Ik ben gewend om samen te werken met verschillende disciplines. Zo zal ik altijd (met toestemming) contact opnemen met de thuiszorg of de fysiotherapeut om de behandeling en besproken adviezen af te stemmen. Het gaat mij als diëtist niet alleen om de voedingsadviezen, maar ook om de uitvoerbaarheid en smaak. Hierbij vind ik een persoonlijke benadering en een goede afstemming met de cliënt erg belangrijk.
Het uitgangspunt is een energie- en eiwitverrijkt dieet, zodat het lichaam weer goed kan herstellen. Wanneer met normale voeding een optimale voedingsinname niet bereikt kan worden, kan ik medische voeding inzetten zoals drinkvoeding of eiwitpreparaten. Kan je niet naar de praktijk komen, dan kom ik graag op huisbezoek.
Werkt u als zorgprofessional met mensen met een risico op ondervoeding?
Een goede samenwerking is van groot belang bij de preventie en herstel van ondervoeding. Ik kom graag met u in contact om te bespreken wat we voor elkaar kunnen betekenen om het risico op ondervoeding bij uw doelgroep te verkleinen.